7. Modelling job creation in the circular economy in Flanders

Modelling job creation in the circular economy in Flanders

Gwen Willeghems (Summa), Kris Bachus (Summa)

May 2019

7. Modelling job creation in the circular economy in FlandersDit onderzoeksrapport, gekaderd binnen het Steunpunt Circulaire Economie, is de tweede output van de onderzoekslijn die de werkgelegenheid en de actoren in de circulaire economie bestudeert en analyseert (OL 6).

Deze onderzoekspaper geeft de samenvatting weer van een opdracht voor het Departement Werk en Sociale Economie van de Vlaamse overheid, met steun van het Steunpunt Circulaire Economie. Het doel van deze onderzoekspaper is om de impact van de overgang naar een meer circulaire economie in Vlaanderen op de werkgelegenheid te onderzoeken. Om deze impact te kunnen inschatten, willen we eerst een idee krijgen over wat “de circulaire economie” eigenlijk betekent en hoe we deze op NACE-code niveau kunnen afbakenen. Ten tweede willen we een idee krijgen over hoe de werkgelegenheid in deze circulaire sectoren eruitziet, zowel op bedrijfs- als op werknemersniveau. Ten slotte willen we een inschatting maken van de potentiële jobcreatie van de overgang naar een meer circulaire economie.

Als we kijken naar de algemene impact van de circulaire economie op de werkgelegenheid, voorspellen de bestaande studies over het algemeen een netto toename van jobs, hoewel sommige bestaande jobs verloren kunnen gaan. Het lijkt ook dat, afhankelijk van het type actie in de circulaire economie, de effecten van een "meer circulaire economie" variëren voor de verschillende niveaus van geschoolde arbeidskrachten (laag, midden, en hooggeschoold) en geografische locatie (lokaal, regionaal, wereldwijd). En, terwijl bepaalde bestaande beroepen mogelijk verloren gaan, kunnen nieuwe beroepen gecreëerd worden of kunnen gelijkaardige wijzigingen optreden op het jobtakenniveau, waarbij sommige specifieke taken door anderen kunnen worden vervangen.

Uit onze eigen verkennende analyse voor Vlaanderen voor de periode 2010-2016 blijkt dat:

  1. de werkgelegenheidsindex van de circulaire economie sneller stijgt dan de gemiddelde Vlaamse werkgelegenheidsindex;
  2. de tewerkstelling in de circulaire economie voornamelijk bestaat uit laag- en middengeschoolde werknemers. Dit betekent dat de circulaire economie een belangrijke groeisector is met significante tewerkstellingskansen voor deze groepen.
  3. de circulaire economie in Vlaanderen een overwegend mannelijke sector is; en
  4. er geen specifieke ruimtelijke patronen ontdekt werden in de ligging van de circulaire bedrijven en de circulaire tewerkstelling. Wel was het duidelijk dat sommige gemeenten eruit springen wat betreft het aandeel circulaire jobs als percentage van het totaal aantal jobs.

Ten slotte schatten we het potentieel in van de circulaire economie in de toekomst met behulp van regionale input-outputtabellen en op basis van twee benaderingen. De eerste benadering, gebaseerd op het inschatten van de toename in toegevoegde waarde per sector, leerde ons dat er tegen 2030 potentieel meer dan 30.000 jobs gecreëerd kunnen worden in de circulaire economie. De tweede benadering, hoewel deze geen inschatting maakte van mogelijke toekomstige jobcreatie, gaf aan in welke van de door ons geselecteerde sectoren de meeste jobs gecreëerd zouden worden bij een toename van de finale vraag in deze sectoren. Bij het naast elkaar leggen van beide resultaten van de input-outputbenaderingen, bleek dat er een overlap was wat betreft grootste potentieel voor jobcreatie, met name in de sectoren van 5 reparatie van machines (NACE_C - 33.1), verhuur en lease (NACE_N - 77.2), en reparatie (NACE_S - 95.1 en 95.2). Het is belangrijk in het achterhoofd te houden dat deze sectoren relatief klein zijn qua omzet en aantal werknemers in vergelijking met bijvoorbeeld NACE_E (afval) en NACE_G (motorvoertuigen, groothandel afval en schroot en tweedehandsdetailhandel), dewelke een lager potentieel vertoonden in termen van omslagsleutels of werkgelegenheidsmultiplicatoren.

Download

CE Center co-auteurs:

 

Promotor CE Center

 

(*Voormalig) Researcher Steunpunt Circulaire Economie