Na de materiaalstroomanalyse van Vlaanderen in de periode 2002-2018 gepubliceerd in 2020, introduceert deze studie het verband tussen de materiaalstromen in en uit de Vlaamse economie en binnenin de economie. Dit rapport omvat het begrijpen van fysieke materiaalstromen in Vlaanderen, het beoordelen van de huidige circulariteit, het monitoren ervan evenals hoe de materiaalstromen meer circulair gemaakt kunnen worden.
In het voorgaande rapport werd de methodologie voor economiebrede materiaalstroomanalyse (EW-MFA), zoals ontwikkeld door Eurostat, toegepast op Vlaanderen om de volgende indicatoren te berekenen en uit te leggen: direct material input (DMI), domestic material consumption (DMC), raw material input (RMI) en raw material consumption (RMC). Naast het toepassen van de EW-MFA methodologie werd de materialenvoetafdruk berekend via input-output (IO) berekeningen. De huidige studie behandelt de materiaalstromen binnen de Vlaamse economie. Het begroten en in kaart brengen van deze stromen vormen de basis van het meten, met inbegrip van het afleiden van macro-economische indicatoren. Eén ervan, de circulariteitsindex, wordt in detail uitgewerkt. De datavereisten, beleidsrelevantie en verbeteringen van deze indicator worden besproken. Het conceptueel modelleren van circulaire economie scenario’s ondersteunt het verdere begrijpen van de circulariteitsindex.
Dit rapport dient als achtergrond bij de materialenmonitor (voor het jaar 2018) en de CMU indicator (2014-2016-2018) ontwikkeld voor Vlaanderen. Beiden zijn ook samengevat in een indicatorfiche die deel zal uitmaken van de CE monitor voor Vlaanderen.